Hier zijn een aantal handige Deense uitdrukkingen die u kunt gebruiken om over uw familie of relaties te praten. Leer hoe u kunt praten over uw broers, zussen, kinderen en andere familieleden, en hoe u uw eigen status kunt beschrijven.
Broers en zussen
Har du nogle søskende? | Heb je broers en zussen? |
Ja, jeg har … | Ja, ik heb … |
en bror | een broer |
en søster | een zus |
en storebror | een oudere broer |
en lillesøster | een jonger zusje |
to brødre | twee broers |
to søstre | twee zussen |
en bror og to søstre | en broer en twee zussen |
Nej, jeg er enebarn | Nee, ik ben enig kind |
Kinderen en kleinkinderen
Har du børn? | Heb je kinderen? |
Ja, jeg har … | Ja, ik heb … |
en dreng og en pige | een jongen en een meisje |
en lille baby | een baby |
tre børn | drie kinderen |
Jeg har ingen børn | Ik heb geen kinderen |
Har du børnebørn? | Heb je kleinkinderen? |
Ouders en grootouders
Hvor bor dine forældre? | Waar wonen je ouders? |
Hvad laver dine forældre? | Wat doen je ouders? |
Hvad laver din far? | Wat doet je vader? |
Hvad laver din mor? | Wat doet je moeder? |
Lever dine bedsteforældre stadig? | Leven je grootouders nog? |
Hvor bor de? | Waar wonen ze? |
Relaties
Har du en kæreste? | Heb je een vriend(in)? |
Er du gift? | Ben je getrouwd? |
Er du single? | Ben je vrijgezel? |
Er du sammen med nogen? | Ben je met iemand? |
Jeg er … | Ik ben … |
single | vrijgezel |
forlovet | verloofd |
gift | getrouwd |
skilt | gescheiden |
separeret | uit elkaar |
enkemand | weduwnaar |
enke | weduwe |
Jeg er sammen med en | Ik ga met iemand |
Huisdieren
Har du kæledyr? | Heb je huisdieren? |
Jeg har … | Ik heb … |
en hund og to katte | een hond en twee katten |
en labrador | een Labrador |
Namen en leeftijden vragen
Hvad hedder han? | Wat is zijn naam? |
Han hedder … | Hij heet … |
Mads | Mads |
Hvad hedder hun? | Wat is haar naam? |
Hun hedder … | Zij heet … |
Rikke | Rikke |
Hvad hedder de? | Wat zijn hun namen? |
De hedder … | Zij heten … |
Asger og Lotte | Asger en Lotte |
Hvor gammel er han? | Hoe oud is hij? |
Han er … | Hij is … |
tolv | twaalf |
Hvor gammel er hun? | Hoe oud is zij? |
Hun er … | Zij is … |
femten | vijftien |
Hvor gamle er de? | Hoe oud zijn ze? |
De er … | Zij zijn … |
seks og otte | zes en acht |