Hier is een lijst van Engelse namen voor planten, bloemen en bomen.
bracken adelaarsvaren brambles bramen bush struik cactus (meervoud: cacti )cactus corn mais fern varen flower bloem fungus (meervoud: fungi )paddestoel grass gras heather heidevlakte herb kruid ivy klimop moss mos mushroom champignon nettle brandnetel shrub boompje thistle distel toadstool vliegenzwam tree boom weed onkruid wheat tarwe wild flower wilde bloem
Bloemen bluebell klokje buttercup boterbloem carnation anjer chrysanthemum ganzebloem crocus krokus daffodil narcis dahlia dahlia daisy madeliefje dandelion paardebloem forget-me-not vergeet-me-niet foxglove vingershoedkruid geranium geranium lily lelie orchid orchidee pansy viooltje poppy klaproos primrose sleutelbloem rose roos snowdrop klokje sunflower zonnebloem tulip tulp waterlily waterlelie
bouquet of flowers of flower bouquet bunch of flowers bos bloemen
Delen van een plant berry bes blossom bloesem bud knop flower bloem leaf blad petal bloemblad pollen stuifmeel root wortel stalk stengel stem stam thorn doorn
Narcissen in de museumtuinen in York, VK Bomen alder els ash as beech beuk birch berk cedar ceder elm iep fir spar hazel hazelaar hawthorn meidoorn holly hulst lime lind maple esdoorn oak eik plane plataan pine den poplar populier sycamore plataan weeping willow treurwilg willow wilg yew taxusboom
apple tree appelboom cherry tree kersenboom chestnut tree kastanjeboom coconut tree kokospalm fig tree vijgenboom horse chestnut tree paardenkastanje olive tree olijfboom pear tree perenboom plum tree pruimenboom
Woorden gerelateerd aan bomen bark schors branch tak pine cone dennenappel sap sap tree stump of stump katoen trunk stam twig twijg
fruit tree fruitboom palm tree palmboom
evergreen groenblijvend coniferous naaldboom deciduous loofboom
